Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
Artikel 7
1
Uit de overeenkomst, waarop een dienstbetrekking berust, heeft de werknemer, die de leeftijd van 23 jaar doch niet die van 65 jaar heeft bereikt, voor de arbeid door hem in dien dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever aanspraak op een loon ten minste tot het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
2
Indien daartoe naar Ons oordeel aanleiding bestaat op grond van de ontwikkeling in collectieve arbeidsovereenkomsten ter zake van de leeftijd waarop aanspraak op een loon tenminste tot de in artikel 8, eerste lid, genoemde bedragen ontstaat, kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald, dat werknemers beneden de leeftijd van 23 jaar, die de leeftijd van 22 jaar dan wel die de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, eveneens de in het eerste lid bedoelde aanspraak hebben.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat werknemers - dan wel dat werknemers, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie - beneden de leeftijd van 23 jaar of, zo toepassing is gegeven aan het tweede lid, beneden de krachtens dat lid bepaalde leeftijd, die een bij de maatregel aangewezen lagere leeftijd hebben bereikt, eveneens de in het eerste lid bedoelde aanspraak hebben.
4
Beloningen, die de werknemer voor arbeid, door hem in de dienstbetrekking verricht, van derden ontvangt, worden, voor zover zij deel uitmaken van de arbeidsvoorwaarden, voor de toepassing van het bij of krachtens het eerste, tweede of derde lid bepaalde geacht van de werkgever te zijn ontvangen.
5
Loon waarop de werknemer ingevolge enige wettelijke bepaling uit de overeenkomst, waarop de dienstbetrekking berust, recht heeft over een periode, waarin hij geen arbeid verricht, wordt voor de toepassing van het bij of krachtens het eerste, tweede of derde lid bepaalde aangemerkt als loon voor de arbeid door hem in die dienstbetrekking verricht. Bedragen, waarmede het loon ingevolge die bepaling wordt verminderd, worden voor de toepassing van het bij of krachtens het eerste, tweede of derde lid bepaalde geacht van de werkgever te zijn ontvangen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.